Zoeken in
Zoeken in normen
9494 resultaten
4.1 Inleiding
Bij de installatie van leidingen behoort rekening te worden gehouden met de uitwendige invloeden (rubriek 522 van NEN 1010:2015), waaronder de mechanische belasting van de leiding (522.8 van NEN 1010:2015). Eén van de aspecten waarmee rekening behoort te worden gehouden is de invloed van het eigen gewicht van de leiding.Volgens 522.8.4 van NEN 1010:2015 moeten leidingen die niet over de gehele lengte
4.3 Uitleg
Als een horizontaal aangelegde leiding op ondersteuningen rust, zal de leiding tussen de ondersteuningen door het eigen gewicht doorbuigen en zullen er mechanische spanningen in de leiding ontstaan. Bovendien zal ter plaatse van de ondersteuningen een drukkracht op de leiding worden uitgeoefend.De mechanische spanning in de leidingen en de doorbuiging van de leidingen moeten beperkt blijven om beschadiging
4.4.1 Algemeen
Aan weerszijden van hulpstukken (lasdozen e.d.) behoort op een afstand van 0,1 m of minder een bevestigingsmiddel te zijn aangebracht.
5 Het trekken van installatiedraad in buis
5.1 InleidingBij de installatie van leidingen behoort rekening te worden gehouden met de uitwendige invloeden (rubriek 522 van NEN 1010:2015), waaronder de mechanische belasting van de leiding (522.8 van NEN 1010:2015). Eén van de aspecten waarmee rekening behoort te worden gehouden, zijn de mechanische krachten op de leiding tijdens het trekken door een buis of kabelkoker.Volgens 522.8.6 van NEN
2 Verwijzingen
De volgende documenten, of delen ervan, waarnaar in dit document wordt verwezen, zijn onmisbaar voor de toepassing ervan. Bij gedateerde verwijzingen is alleen de aangehaalde uitgave van toepassing. Bij ongedateerde verwijzingen is de laatste uitgave van het document (met inbegrip van eventuele wijzigingsbladen en correctiebladen) waarnaar is verwezen van toepassing.NEN 1010:2015 Elektrische installaties
3 Termen en definities
Voor de toepassing van dit deel van NPR 5310 gelden de termen en definities uit NEN 1010:2015 en deel 2 van deze NPR.
4.3.6 Methode van aanleg
In de meeste gevallen zal de kabel worden aangelegd volgens een van de volgende methoden:— De sleuf wordt weer gevuld met de oorspronkelijke grondsoort (bijvoorbeeld zand) met een voor regen doorlaatbare bovenlaag (figuur 1).— Er wordt backfill toegepast om de warmteafgifte te verbeteren. De backfill bestaat uit een geoptimaliseerd mengsel van zand en leem. Boven deze laag kan de sleuf verder worden
4.3.9 Grondtemperatuur
De temperatuur in de grond is in NEN 1010 gedefinieerd als de omgevingstemperatuur van de kabels in de situatie dat de kabels onbelast zijn. Deze grondtemperatuur is afhankelijk van de liggingsdiepte van de kabels en de periode van het jaar. Op een diepte van 0,5 m tot 0,7 m treedt de hoogste temperatuur op in de periode juni – augustus en bedraagt dan maximaal 20 °C.Voor de bepaling van de toelaatbare
4.4 Stappenplan
Het onderstaande stroomschema geeft een methode voor het bepalen van de correctiefactor(en) voor aanleg in de grond en wordt toegelicht met voorbeelden, zie 4.5.Tabel 3
—
Correctiefactor voor het beperken van de bedrijfstemperatuur van het geleidermateriaal tot maximaal 55 ºC voor XLPE- en EPR-isolatie aGrondtemperatuurWaarde van de correctiefactor
a Bij een andere hoogste toelaatbare bedrijfstemperatuur
A.3 Fasestroom met grote harmonische vervorming (compact fluorescentielamp)
Bij grote harmonische vervorming kan de stroom door de nul aanzienlijk groter zijn dan die door de fase.Figuur A.3
—
Stroom door de nulleiding bij een fasestroom met grote harmonische vervorming
Zoeken in de website
135 resultaten
De eerste stap van een leidingberekening met behulp van NEN 4010:2020+C1:2022
Auteur: Rob Kaspers
Dit artikel is de eerste in een serie over het berekenen van een leiding aan de hand van NEN 4010+C1. In dit eerste artikel ga ik in op het bepalen van de hoogste toelaatbare stroom IZ. Dit is nodig om de leiding op de juiste manier te beveiligen tegen overbelastingsstromen.
HKL
LK1
Figuur 1: LK1 wordt gevoed vanuit HKL.
Voor een utiliteitsgebouw
Datakabel biedt mogelijkheden
Het gebruik van draadloze toepassingen is de laatste jaren flink toegenomen. Toch is wireless nog altijd minder betrouwbaar en stabiel dan bedrading. Databekabeling wint daarnaast terrein als voedingskabel. De juiste berekening van de bedradingsinstallatie is essentieel. Veel installateurs hebben nog te weinig kennis van zaken.
Jan Zeeman is werkzaam bij telematicadistributeur Rexcom en
‘We willen risico’s beheersbaar maken’
Nieuwe norm voor bliksembeveiliging in de maak
Bliksembeveiliging van installaties is een belangrijk onderwerp. Momenteel wordt er gewerkt aan een vernieuwde versie van de norm op dit gebied, NEN-EN-IEC 62305. Volgens Michiel Hartmann, voorzitter van NEN-normcommissie NEC 81 – waaronder de genoemde norm valt – is deze update hoognodig, onder meer vanwege de opkomst van PV-installaties. “Ik pleit
Hele keten aanspreken voor verstoring C2000
In delen van het land zijn er problemen met het C2000-netwerk. Storingen bemoeilijken de communicatie van de hulpdiensten, politie, brandweer en ambulance, die gebruik maken van het systeem. Onderzoek heeft uitgewezen dat PV-installaties de oorzaak zijn.
Eddie Hut, inspecteur Markttoezicht Agentschap Telecom: ”De hele keten is verantwoordelijk.”
“De eerste signalen over de problemen kwamen
Leidingberekening met NEN 4010 deel 2
In het artikel: “Zo maak je een eerste stap van een leidingberekening met NEN 4010”, heb ik stap 1 behandeld uit het onderstaande stappenplan (Figuur 1). Dit artikel vindt u hier: Zo maak je een eerste stap van een leidingberekening met NEN 4010. In dit nieuwe artikel komen de volgende stappen van leidingberekening aan de orde.
Auteur: Rob Kaspers
Figuur 1: Stappenplan uit 5.2.2 van NEN